Toon Hermans
- Music
- 3FM Artiesten
- Toon Hermans
Tonie
Antoine Gerard Theodore ‘Teun’ Hermans wordt op 17 december 1916 geboren in het Limburgse Sittard. Hij is de zoon van een bankdirecteur, die vlak na diens faillissement op 47-jarige leeftijd komt te overlijden. Toon is dan elf jaar oud. Door zijn moeder wordt hij liefkozend Tonie genoemd. Na de lagere school gaat Toon naar de Mulo. Vanwege z’n wispelturigheid en het gebrek aan geld in het gezin Hermans verlaat hij de Mulo voortijdig om via allerlei baantjes een opleiding te volgen tot etaleur. Nauwelijks veertien jaar oud schrijft hij zijn eerste liedje. Er zullen er nog duizenden volgen.
Grote liefde
Nadat Toon in Heerlen een talentenjacht wint, vertrekt hij in 1942 naar Amsterdam om daar zijn geluk te beproeven. Met liedjes in de stijl van Louis Davids en een imitatie van de clown Johan Buziau treedt Toon op in het Leidsepleintheater. Daar ontmoet hij in 1946 ook zijn grote liefde Rietje Weijtboer, een schoonheidsspecialiste met wie hij nog datzelfde jaar in het huwelijk treedt. Hun huwelijk houdt stand tot aan het overlijden van Rietje in november 1990.
Avondvullende show
In 1947 neemt Toon zijn eerste plaatje op met daarop de liedjes 'Ik Ben Jansen' en 'Trammen'. Het plaatje wordt een succes. Vervolgens schrijft hij een aantal liedjes voor het beroemde radioprogramma De Bonte Dinsdagavondtrein van de AVRO. Daarnaast treedt Toon in allerlei revues op om in 1955 als eerste Nederlandse zanger/cabaretier te debuteren met een avondvullende One Man Show. Met een voor Nederland ongekende combinatie van lichtvoetige liedjes en hilarische conférences verovert Toon de harten van zijn publiek. Wanneer op 12 april 1958 zijn tweede One Man Show op televisie wordt uitgezonden, groeit Toon uit tot een nationale bekendheid.
Grote Drie
Het duurt niet lang voordat Toon samen met Wim Kan en Wim Sonneveld tot de zogenaamde Grote Drie wordt gerekend, de drie grootste naoorlogse zangers/cabaretiers van Nederland. Clowneske conferences als High Society (‘Leg néér die bal!’), De Auditie (‘Duif is dood’) en Snieklaas (‘Een vervelende man’) doen zijn populariteit naar grote hoogten stijgen. Als liedjeszanger schittert Toon zowel in het carnavaleske repertoire ('Mien Waar Is Mijn Feestneus') als het ongekunstelde levens- en liefdeslied ('Ballonnetje', '24 Rozen', 'Appels Op De Tafelsprei'). Verder schrijft Toon honderden kleine gedichtjes, die hij gemoedelijk ‘versjes’ noemt. Ze worden uitgebracht in boekvorm en wandtegeltjes en zijn een groot succes. Ook toont hij zich een begenadigd kunstschilder.
Overlijden
Na het heengaan van zijn vrouw Rietje - die in november 1990 overlijdt als gevolg van een slopende ziekte - neemt een intens verdrietige Toon in 1997 definitief afscheid van het theater. Een jaar later zendt de Vara zijn laatste One Man Show uit op televisie. Hij brengt nog twee prachtige liedjesalbums uit waarvan de laatste, Als De Liefde, postuum verschijnt. Wanneer Toon op 22 april 2000 onverwachts overlijdt in een ziekenhuis in Nieuwegein, rouwt heel Nederland om het verlies van een groot zanger, cabaretier, clown, dichter en levenskunstenaar. Toon heeft miljoenen Nederlanders onbedaarlijk laten lachen of weg doen mijmeren bij één van zijn wonderschone liedjes.
Herdenkingsjaar
Nog steeds wordt het ‘menneke oet Limburg’ door een groot publiek bewonderd en gewaardeerd. Zo is de jaarlijkse prijs voor het beste Nederlandse theaterprogramma vernoemd naar zijn Poelifinario: een exotische, niet bestaande vogel zoals opgevoerd in Toons kolderieke creatie De Ornitholoog uit 1979. In 2010, tien jaar na zijn overlijden, wordt door allerlei radio- en tv-omroepen uitgebreid aandacht besteed aan het fenomeen Toon Hermans. De gemeente Sittard roept 2010 uit tot het Toon-jaar en TNT Post brengt een boekje uit met negen verschillende Toon-postzegels. Verder verschijnt een prachtige boxset Toon Hermans: Herinneringen Aan en zorgt Albert Verlinde er voor dat Toon De Musical z’n première beleeft in het theater.
“De hemel geeft, wie vangt die heeft,
vandaag is de dag en morgen is nog ver.
Misschien zien we elkaar ooit nog eens
in het theater of in het hiernamaals.”
(Toon Hermans)