Artiest

Ween

  1. Musicchevron right
  2. 3FM Artiestenchevron right
  3. Ween
Achter het prettig gestoorde duo Dean en Gene Ween zitten de heren Mickey Melchiondo en Aaron Freeman. Ze ondergaan de naamsverandering op hun veertiende na een bezoek van de demongod Boognish, waarschijnlijk ontsproten aan hun door psychedelica geprikkelde fantasie. Tijdens hun gehele oeuvre blijft dit absurde Ween-universum de luisteraar verbazen en plezieren.

Wiet

Met een viersporen-recorder, een verzameling instrumenten en een drumcomputer begint Ween muziek op te nemen. Op het podium worden ze ondersteund door een cassetterecorder: drum en bass staan op tape. Dean en Gene doen geen moeite om de wietwalmen rond hun muziek te verhullen. Op God Ween Satan ('90) zingen ze in 'Puffy Clouds': "My brain is dead for too much pot" (pot = wiet). Op de hoes van het minder toegankelijke The Pod ('92) demonstreert vriend en gastmuzikant Mean Ween het gebruik van de aan een masker bevestigde waterpijp. EtenNaast drugs speelt eten een grote rol. Op Pure Guava ('93) het verzoek: "When Ween comes to your town, bring us hot meals. No more junk food, thanks", een reactie op hun eerdere oproep: "When Ween comes to your town, you are to bring us food, we're into it". 

Albums

De band heeft in ieder geval gevoel voor continuïteit. De eerste Ween-single, 'Push Th' Little Daisies', haalt de Top-10 in Australië. In 1994 verschijnt Chocolate And Cheese, met op de cover de torso van een bevallige dame. Om haar blote buik een kitscherige leren riem met de bandnaam in pareltjes, haar borsten slechts gedeeltelijk bedekt door een kort rood hemdje. De teksten zijn dubbelzinnig. Wat te denken van het nummer 'Candi', een opsomming van allerlei lekkernijen? De plaat is opgedragen aan de kort daarvoor overleden acteur John Candy, maar is de ode aan deze rondbuikige komiek wel serieus bedoeld? Verder is er 'The HIV Song' waarop afwisselend H.I.V. en AIDS wordt gescandeerd, en 'Spinal Meningitus' met het bange kinderstemmetje dat vraagt: "Mommy, am I gonna die?". De muziek zelf is echter een stuk toegankelijker dan het vorige werk en Chocolate And Cheese opent de deuren naar een groter publiek. De opvolger 12 Golden Country Hits (1996) ontstaat uit een zij-project met twaalf oude country-muzikanten uit Nashville. 

Jongensmeligheid

Ondertussen werkt de band ook aan The Mollusk ('97). Het materiaal voor deze plaat is geschreven in een strandhuis, vandaar de nautische thematiek. Hierop weer de aangename jongensmeligheid in 'Waving My Dick In The Wind'. Na een jaar intensief touren is het tijd voor een live-album: Paintin' The Town Brown - Ween Live '90-'98. Ten tijde van White Pepper (2000) heeft Ween de geestverruimende middelen ingeruild voor de alcohol en richt zich tekstueel meer op de werkelijkheid. De productie is in handen van Chris Shaw, bekend van onder anderen Public Enemy, Weezer en Soul Coughing. Quebec en Shinola Vol. 1Drie jaar na White Pepper brengt Ween quebec uit en in 2005 wordt Shinola  Vol.1 gereleased. Daarvan doet met name single 'Gabrielle' het erg goed.