Max (24) zette zichzelf altijd op de tweede plaats en werd daardoor depressief
- Nieuws
- Max (24) zette zichzelf altijd op de tweede plaats en werd daardoor depressief
Max (24) zette zichzelf van kinds af aan al op de tweede plaats. Hij was altijd aan het zorgen, pleasen. En als dat niet lukte, werd hij somber. "Twee jaar geleden was ik zo depressief dat ik het leven niet meer zag zitten. Een opname in een kliniek voelde als mijn allerlaatste kans."
Dit verhaal is onderdeel van de #openup-week, een initiatief van 3FM en MIND.
Opname
Max heeft altijd al depressieve klachten gehad. Hij kreeg verschillende therapieën, maar niets maakte zijn leven beter. Twee jaar geleden ging het zo slecht met zijn depressie, dat hij koos voor een opname van tien weken. Geen contact met het thuisfront, even helemaal weg. Open zijn was nooit zijn kracht, maar als je tien weken lang dag in dag uit met jezelf bezig bent, moet je wel. En het deed hem goed. In de kliniek kreeg hij weer zin in het leven.
Max is niet de enige die het moeilijk vindt om open te zijn over zijn psychische klachten. Uit onderzoek van 3Vraagt blijkt dat vier op de tien jongeren zich hiervoor schamen. Nu voelt Max dat hij open wil zijn, omdat dat belangrijk is. Daarom doet hij mee aan de #openup-week van 3FM en MIND. Dit is zijn verhaal.
Alles goed willen doen
Max was altijd al bezig met de zorg voor anderen. "Ik had geen fijne thuissituatie. Mijn moeder heeft een chronische ziekte, dus ik moest veel voor haar zorgen. Mijn broer was depressief en de relatie tussen mijn ouders liep ook niet lekker. Ik stond altijd overal tussenin en wilde ook nog eens alles goed doen. Ik voelde een grote verantwoordelijkheid om het iedereen naar de zin te maken. En als dat niet lukte, werd ik down."
Als Max zich down voelde, zonderde hij zich het liefste de hele dag af. "Als er thuis ruzie was, sloot iedereen zich op in zijn of haar eigen kamer. Ik heb een tijdje vooral 'online geleefd' door veel te gamen. Soms voelde ik me een gevangen. Letterlijk en figuurlijk: op mijn eigen kamer, maar ook in het leven. Op school werd ik gepest, waardoor ik me eenzaam voelde. Voor de buitenwereld was dit niet zichtbaar, want als ik de deur uitging zette ik een knop om. Dan was ik de vrolijke en zorgzame Max."
Eerste keer hulp zoeken
"Als tienjarige belandde ik voor het eerst in een stoel tegenover een therapeut. We probeerden van alles. Bewegingstherapie, gezinstherapie. Ik moest leren om minder verantwoordelijk te zijn. Minder te zorgen. Maar er zat bijna nooit een therapeut bij die me echt goed kon helpen.
Twee jaar geleden ging het steeds slechter. Max deed aan zelfbeschadiging en werd suïcidaal. "Ik deed twee keer een suïcidepoging. Toen verpleegkundigen mij op de Spoedeisende Hulp vertelden dat het anders af had kunnen aflopen, wist ik dat ik iets moest veranderen."
Via de psycholoog die Max op dat moment had, en waar hij wél een goede band mee had, meldde hij zich aan bij Yes We Can Clincs. Dat zag hij een opname als zijn allerlaatste optie. "Op dat moment wilde ik eigenlijk niet meer leven. Als de opname niet zou slagen, wilde ik naar de levenseindekliniek."
Geen contact met het thuisfront
Max begon een aan een tien weken durend programma, waarbij je niet naar huis gaat en ook geen contact hebt met het thuisfront. "Om kwart voor zeven werd je gewekt, om tien uur ging je naar bed. De hele dag was je op allerlei manieren bezig met jezelf. In het begin was het moeilijk en confronterend, want ik wilde niet praten. Maar na een tijdje trekken ze het er gewoon bij je uit, haha."
"Een bijeenkomst die me goed is bijgebleven was een sessie over je bucketlist. Een therapeut vertelde ons dat we zo'n lijst moesten maken. Ik stribbelde tegen en vertelde haar dat ik niet meer wilde leven. Waarom zou ik dan een bucketlist maken? Ze drong aan en ik begon er toch aan."
Bucketlist
Het lukte Max om een paar wensen op te schrijven. "Ik wil graag een keer naar IJsland, ik wilde een leuke vriendin, vader worden en een weekendje met mijn moeder naar Londen. Dat laatste zouden we doen als ik geslaagd was, maar ik heb mijn school nooit afgemaakt."
"Toen ik de lijst voor me zag liggen, werd ik me er opeens bewust van dat ik nog zo veel dingen wilde doen. En dat ik nog helemaal niet klaar was om te stoppen met leven. Dat was een belangrijk kantelpunt in die periode."
Weer thuis
Na tien weken was Max weer thuis. "Maar dan ben je nog niet klaar. Gelukkig krijg je nazorg. Bij mij was dat in de vorm van groepssessies. In de kliniek deden we een opdracht waarin iedereen kon zeggen: als je me echt zou kennen, dan zou je weten dat... Daar vertelde dat ik twijfelde of ik wel in het juiste lichaam ben geboren. Dat sprak ik daar voor de eerste keer uit. Tijdens de opname was er een transgender in de groep. Aukje wilde graag Alex genoemd worden. Toen dat ter sprake kwam, werd ik aan het denken gezet."
Een transjongen bellen
De groepstherapeut gaf Max het nummer van de transjongen, maar hij vond het doodeng om te bellen. Toch deed hij het. "Via de jongen kwam ik bij een transgender-bijeenkomst terecht. Dat was een fijne plek. Ik dacht eerst altijd dat ik lesbisch was, maar ik voelde me nooit op mijn plek in deze scene. Toen ik bij de bijeenkomst kwam en met de mensen in gesprek ging dacht ik: wow, dit is mijn plek."
"Zo belandde ik in een tweede rollercoaster," lacht Max. "Op het begin dacht ik: nee he, niet weer zo'n heftig traject. Maar ik ben blij dat ik uit de kast ben gekomen als transgender."
Intake genderpoli
Een jaar geleden had Max zijn eerste intake bij de genderpoli in Gent (België). "De wachtlijsten voor genderzorg zijn in Nederland langer dan in België, daardoor was ik snel aan de beurt. Na drie gesprekken met een psycholoog stelden ze genderdysforie vast. Eindelijk kon ik beginnen aan mijn medische transitie."
In februari zijn Max zijn borsten operatief verwijderd en sins een maand slikt hij hormonen. "Ik zie kleine dingen veranderen in mijn uiterlijk. Ik ben heel excited. Elke dag kijk ik in de spiegel: heb ik al borsthaar, een baard of een zwaardere stem?"
Nooit nagedacht over gender
Voordat Max de transjongen in zijn groep ontmoette, had hij eigenlijk nooit nagedacht over of hij zich wel vrouw voelde. "Ik worstelde wel langer met de vraag wie ik was. Ik deed er vijf jaar over om als lesbi uit de kast te komen en was altijd erg bezig met wat iedereen van me vond. Bang dat ze me niet zouden accepteren... Het feit dat mensen me uitscholden voor 'potje' hield ook niet. Maar ik durfde het in eerste instantie tegen niemand te zeggen. Ook niet tegen mijn moeder."
Mijn leven staat stil
Inmiddels gaat het goed met Max, ondanks dat hij soms nog wel sombere periodes heeft. "Ik ben nu 24 jaar en ik heb nog steeds geen startkwalificatie. Door mijn problemen heb ik mijn school nooit af kunnen maken en omdat ik nu in transitie zit, kan ik ook niet naar school. Als ik in mijn omgeving kijk, hebben veel vrienden een leuke baan en sommigen krijgen zelfs al kinderen. Dat doet pijn. Dan voelt het net alsof mijn leven stil staat."
"Maar ik moet geduldig zijn. In september wil ik weer beginnen aan een studie. Nu bezorg ik als vrijwilliger taarten aan bijvoorbeeld de horeca. Dat is leuk, zo ben ik toch een beetje onder de mensen en niet de hele tijd thuis."
Lieve berichtjes ontroeren me
Toen Max leerde om open te zijn, luchtte dat op. "De afgelopen twee jaar gaat het steeds beter met me. Ik heb ook mijn verhaal op Facebook gedeeld. Daar krijg ik alleen maar lieve reacties. Sommige zijn zelfs zo lief, dat het me ontroerd. Dat bewijst alleen maar dat open zijn helpt."
Maar hoe zet je de stap om open te zijn? Daarvoor heeft Max een tip: "Begin klein. Neem één iemand in vertrouwen en vertel hoe het gaat. Dat helpt al enorm. Ook al is het maar éé iemand, het is een begin. En je hoeft ook niet meteen alles te vertellen."