Gekweekt vlees uit het lab is de toekomst

Hamburgers, kipdrumsticks of een lekkere entrecote. Nu moeten er nog dieren worden geslacht voordat deze lekkernijen op je bord liggen. Maar dat is binnenkort niet meer nodig.

Want daar is: kweekvlees! Ja, gekweekt vlees uit het lab, waar geen dieren voor zijn gedood. Maar hoe dan?!

Een beetje spiercellen uit de bil

Met een prik halen wetenschappers een klein stukje spiercellen uit de bil van een koe. “Daar zitten stamcellen in," legt vleesprofessor Mark Post uit in een video van SchoolTV. “Die stamcellen kunnen vermenigvuldigd worden en kunnen dan ook weer spierweefsel aanmaken. Normaal doen ze dat in de koe, maar dat kan ook buiten de koe, in het laboratorium.”

Hoe het werkt

Stap 1: Wetenschapper haalt een vingertop groot stukje spiercellen uit de koe.

Stap 2: Het stukje spiercellen gaat in een bakje met voedingstoffen.

Stap 3: Het mini stukje vlees gaat in een kweekkast die op lichaamstemperatuur is.

Stap 4: De wetenschapper wacht vier weken.

Stap 5: Het mini stukje vlees is gegroeid naar de grootte van een hamburger, zonder dat er een dood dier aan te pas is gekomen.

Kijk hier de handige video van SchoolTV, waar ze langsgaan in het laboratorium waar vlees wordt gemaakt.

Kweekvlees in de supermarkt

In 2013 presenteerden Nederlandse wetenschappers wereldwijd de eerste hamburger gemaakt van kweekvlees. Deze was toen nog 25.000 dollar waard. Nu is dat zo’n 11 dollar. In 2020 wil het Nederlandse kweekvleesbedrijf Mosa Meat op de markt brengen. Eerst als luxe vlees voor zo’n 60 euro per kilo (da’s zo’n tien euro voor een stukje vlees), later willen ze concurreren met het vlees uit de supermarkt.

Waarom kweekvlees nu nog niet in de schappen ligt? Het kweekvlees is nu nog te droog, omdat er geen vet in zit. Wetenschappers zijn aan het uitvinden hoe ze het vlees sappiger kunnen maken. Ook duurt het proces om het vlees te kweken nu nog te lang, daarom is het zo duur.

Plantaardige biefstuk

Maar het blijft niet bij kweekvlees. De Universiteit van Wageningen werkt aan een plantaardige biefstuk. Met een nieuwe techniek worden plantaardige eiwitten van bijvoorbeeld sojabonen in een machine gedaan. De machine bewerkt dan de grondstoffen totdat ze bijvoorbeeld een structuur hebben van een biefstuk.

Over vier jaar wil de universiteit met een eerste productielijn komen, waarmee bedrijven zelf vleesvervangers kunnen maken in verschillende ‘vlees’-structuren.

Waarom het belangrijk is om minder ‘echt’ vlees eten

De wereldbevolking groeit enorm. Zo groeit ook de vraag naar eiwitrijke producten. Naar verwachting is er in 2050 twee keer zoveel vraag naar vlees als nu het geval is. De planeet heeft nou eenmaal niet genoeg plek voor de productie.

Ook draagt de veehouderij volgens de VN jaarlijks 14,5% bij aan het de uitstoot van broeikasgassen, dat is net zoveel als de hele transportsector bij elkaar. Ook gaat een kwart van al het watergebruik naar de productie van dierlijke producten.

(Hoofdfoto van ANP)