‘Racistische structuren zitten diep in onze maatschappij'
- Nieuws
- ‘Racistische structuren zitten diep in onze maatschappij'
Na de dood van George Floyd spreken mensen zich op straat en online massaal uit tegen racisme. Ook in Nederland hebben we last van racistische structuren. Zawdie Sandvliet, oprichter van het vak Afro-Nederlandse studies op de Hogeschool en Universiteit van Amsterdam legt uit wat institutioneel racisme is en wat we eraan kunnen doen.
Wat is institutioneel racisme precies?
"Je hebt twee vormen van racisme: bedekt en niet-bedekt. De dood van George Floyd is zo’n vorm van niet-bedekt racisme: het is open, iedereen ziet dat het verkeerd is. Institutioneel racisme is daarentegen bedekt, niet zichtbaar, maar heeft negatieve effecten op mensenlevens. Dat zie je in instituties en organisaties.
Er zijn genoeg Nederlandse voorbeelden van institutioneel racisme, zoals het etnisch profileren bij de politie, de gezondheidszorg of in de arbeidsmarkt. Of als je geen hypotheek kunt krijgen voor een bepaalde buurt, zoals we in Amsterdam hebben gehad, want makelaars kunnen bepaalde mensen van tevoren weg selecteren. Of natuurlijk het etnisch profileren bij de Belastingdienst, voordat het aan het licht kwam zijn mensen daardoor jarenlang benadeeld. Er zijn heel veel voorbeelden, want racistische structuren zitten diep in onze maatschappij.”
Toch lijk je in Nederland niet veel over racisme te horen.
“Hangt er vanaf waar je kijkt, wie je bent er met wie je erover spreekt. Ik als Afro-Nederlander ben er zelf veel mee bezig, dus ik zie het overal. Maar ik zie ook veel ontkenning, mensen zien niet in dat racisme een structureel probleem is. Het lijkt soms een bewuste keuze om het niet te hebben over racisme. Mede door wat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, is internationale wetgeving opgesteld die racisme verbood. Dat is heel goed, maar het onderwerp is onbespreekbaar gebleven, omdat we het zogenaamd al hadden opgelost.”
We praten er niet over. Wat voor effect heeft dat?
“Doordat we er niet over nadenken ontstaan wetten die heel racistisch kunnen zijn. Deze week heeft de Tweede Kamer ingestemd met een nieuw wetsvoorstel waarmee agenten bij politiegeweld een lagere straf krijgen en niet automatisch verdachte zijn.
Door politici wordt niet nagedacht over de context van zo’n wet: dat de politie voornamelijk uit witte mannen bestaat die in sommige omgevingen, bijvoorbeeld Amsterdam West en Zuid-Oost, etnisch profileren. De politie is oververtegenwoordigd in wijken waar mensen van kleur wonen, waar je dus meer kans hebt dat een arrestatie uit de hand loopt. Wat zijn dan de gevolgen voor de agenten en voor de mensen van kleur in die omgeving? Maar er zijn geen mensen in de volksvertegenwoordiging die hier een vraag over stellen. Ergens daarbinnen gaat het mis.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
De antiracisme-protesten zijn nu wel veel in het nieuws. Zorgt dat voor meer betrokkenheid?
“Ik zie door politici en niet-zwarte opiniemakers voornamelijk discussie over de anderhalve meter, het gaat weinig over de inhoud. Waarom namen we het risico om te protesteren? Dat stoorde me zo dat ik mijn abonnement op Het Parool heb opgezegd. De traditionele media berichten niet over de inhoud, ze kaarten racisme niet aan. Ze draaien het verhaal, nu dus naar de anderhalve meter die niet werd aangehouden.
Ook dat kun je institutioneel racisme noemen, het feit dat politici en media dit onderwerp zo kunnen veranderen. Het laat zien wie er op de redactie zitten. Er zijn bepaalde mensen die beslissen wat in de media komt, wat belangrijk genoeg is voor de publieke agenda. Zij doen dit vanuit hun eigen eurocentrische perspectief, waardoor ze niet het belang inzien van bepaalde kennis.”
Hoe kun je dat veranderen?
“Ik denk dat mensen zichzelf vaker een spiegel moeten voorhouden. Na een week kunnen redacties evalueren wat er in de krant staat en de vraag stellen: waarom hebben we bepaalde dingen wel en niet geplaatst, waar gaat onze berichtgeving precies over. En diversiteit in je redactie opzoeken, mensen met verschillende gender, seksualiteit en afkomst. Op die manier heb je verschillende perspectieven op het nieuws.”
Jij geeft het vak Afro-Nederlandse studies. Hoe bespreek jij daar racisme?
“Bij mijn vak Afro-Nederlandse studies leer ik studenten over de geschiedenis en realiteiten van Afro-Nederlanders vanuit een dekoloniaal, anti-racistisch perspectief. Ook leren ze racistische en kolonialistische structuren te herkennen. Ik probeer kennis over racisme en dekolonialiteit onderdeel te maken van hun referentiekader. De media schrijven nu een paar weken over de dood van George Floyd en racisme, maar voor mij als Afro-Nederlander is dit altijd een ding. Het bestaat altijd en ik, en anderen, hebben er altijd mee te maken.
Ik hoop dat dit onderdeel wordt van je dagelijkse routine, het herkennen van racisme en de gevolgen van kolonialisme bij alles wat je leest. Het onderwerp racisme is niet moeilijk te bespreken. In mijn vak zijn ook veel witte studenten en ik merk dat die het soms heftig vinden, maar ook verbaasd zijn waarom ze bepaalde dingen niet wisten. Natuurlijk gaat dit ook goed omdat de studenten voor dit vak hebben gekozen, het heeft alleen zin om te praten met mensen die willen luisteren.”
Is er interesse in het onderwerp?
“Jazeker. Mijn vak is altijd vol en ik krijg zelfs verzoekjes via sociale media om het vak buiten de universiteit te volgen. Het is ook niet de eerste keer dat een soortgelijk vak wordt gegeven, mensen als Philomena Essed, Gloria Wekker, Frank Dragtenstein, Patty Gomes en Kwame Nimako deden dit al voor mij. Maar helaas mist de continuïteit. Dit soort vakken worden vaak na twee of drie keer gestopt, omdat het schoolbestuur het belang ervan niet inziet.
Ik maak me daarom ook zorgen over mijn eigen lessen, hoelang ik ze kan blijven geven. Dit heeft weer te maken met wie uiteindelijk de keuzes maakt, wie in het bestuur zit, bepaalt welke onderwerpen belangrijk zijn om te bespreken. Er is genoeg belangstelling onder studenten, daar ligt het niet aan.”
Wat kunnen wij doen tegen racisme?
“Van alles. Ga stemmen en blijf stemmen. Spreek je uit tegen racisme en onrecht, lees en schrijf erover, deel iets op social media en ga in gesprek met elkaar. Iedereen kan het op zijn eigen manier doen. En als je later op een positie van macht komt, kijk dan naar je team en zorg voor diversiteit in gender, seksualiteit en ethniciteit. Blijf je altijd uitspreken tegen onrecht.”
Gaat dat effect hebben? Heb je vertrouwen dat racisme zal verdwijnen?
“Ik heb in ieder geval vertrouwen in de jongeren die nu hiervoor strijden. Vooral als ik naar mijn eigen studenten kijk. Wat zij schrijven en de gesprekken die zij hebben: zij gaan mooie, grote dingen doen.
Ik kijk ook uit naar de jongeren die de antiracisme-beweging voortzetten en deze eis om gelijke behandeling doorzetten. Ik ben heel positief over de beweging, omdat ze mensen de visie en de motivatie geven om de discussie aan te gaan. Ook zie ik in deze beweging veel jongeren die de kennis hebben van eerdere generaties, die weten waar we vandaan komen, en de beweging daarmee verder willen brengen.”