De zomerhit van 1999... 'Mambo Nr. 5'

  1. Nieuwschevron right
  2. De zomerhit van 1999... 'Mambo Nr. 5'

Hij kwam, hij zag, hij overwon én hij verdween weer in het ogenschijnlijke niets: Lou Bega, die in 1999 een superhit scoorde met ‘Mambo No. 5’.

Wat is dat toch met zomerhits en eendagsvliegen? Er zijn tal van voorbeelden van artiesten die vanuit het niets een gigantische zomerhit scoren om vervolgens weer heel snel in de anonimiteit te verdwijnen. Las Ketchup, Los Del Rio, O-Zone: noem maar op. En ja: ook de artiest die dit keer centraal staat valt zonder enige twijfel in die categorie. Het verhaal over Lou Bega en zijn zomerhit ‘Mambo No. 5’ uit 1999.
In de laatste zomer van het vorige millennium scoorde de Duitser Lou Bega een enorme knaller van een hit met ‘Mambo No. 5’. In praktisch elk land stond hij op 1, waardoor ‘Mambo No. 5’ de geschiedenis in is gegaan als één van de meest succesvolle zomerhits ooit. Ook in Nederland stond Lou in de zomer van 1999 wekenlang bovenaan en zette hij uiteindelijk de allergrootste hit het jaar op zijn naam.

Twee gepassioneerde werelden

Lou Bega wordt in 1975 in het Zuid-Duitse München geboren als David Lubega. Hij is de zoon van een Italiaanse moeder en een uit Oeganda afkomstige vader. Wellicht dat hij met zijn roots ‘het beste van twee gepassioneerde werelden’ meekreeg, want David zou zich later bekwamen in een uiterst ritmische muzieksoort. Als kind woont hij deels in Italië en deels in Duitsland, waarna hij in zijn tienerjaren naar het Amerikaanse Miami verhuist. In die periode is hij al veelvuldig met muziek bezig: zo rapt hij in een eigen groep. In Florida maakt hij kennis met de zogeheten mambo-muziek. Het genre is een opmerkelijke versmelting tussen Afrikaanse en Cubaanse ritmes, compleet met veel koperinstrumenten. De mambo, inclusief de welbekende dans, kent zijn hoogtijdagen in de jaren veertig en vijftig. Door de film Dirty Dancing komt diezelfde mambo in de jaren tachtig wereldwijd opnieuw in de belangstelling.

Mambokoning

De absolute vaandeldrager van de muzieksoort is de in 1989 overleden Cubaan Pérez Prado, niet voor niets liefkozend King of the mambo genoemd. Pérez is in de glorietijd van de mambo jarenlang bandleider van Pérez Prado & His Orchestra. In praktisch al zijn swingende liedjes komt wel het woord ‘mambo’ voor. Om verwarring te voorkomen geeft hij ze op een gegeven moment maar stuk voor stuk een rangnummer. Onder die liedjes dus ook ‘Mambo No. 5’, waarvan de oorspronkelijke versie in 1950 wordt gemaakt.
Bijna een halve eeuw later wordt het inmiddels stokoude liedje door Lou Bega flink afgestoft en bewerkt: de tekst wordt behoorlijk aangepast en wat ontstaat is een combinatie tussen retro-sound en een hedendaags geluid. Bega, die intussen terug in Duitsland is en vanuit het platenlabel Lautstark opereert, heeft met de zijnen begin 1999 een formule bedacht waarmee hij goud in handen zou blijken te hebben. Het teruggrijpen op muziek uit lang vervlogen tijden en die muziek vervolgens verweven met eigentijdse klanken wordt tien jaar later overigens ook door Caro Emerald zeer succesvol gedaan, maar dit terzijde.

Meteen raak

Als in de vroege zomer van 1999 ‘Mambo No. 5 (A little bit of…)’ wordt uitgebracht, is meteen duidelijk dat het hier gaat om een hit met impact. Binnen no-time stijgt de single van de dan 24-jarige Lou Bega overal naar de top van de hitlijsten. Het swingende ‘Mambo No. 5’ is zo’n nummer dat je niet meer uit je hoofd krijgt, één van dé kenmerken van een echte zomerhit. In het lied bezingt Lou zonder gêne een hele lijst aan meisjesnamen: Angela, Pamela, Sandra, Rita, Monica, Erica, Tina, Mary, Jessica…. Naar eigen zeggen zijn het stuk voor stuk meisjes waar hij ooit iets mee heeft gehad.
Of dat nu de waarheid is of niet, ‘Mambo No. 5’ is een ongekende hit. Op 19 juni komt het liedje de toenmalige Mega Top 100 binnen, om vervolgens heel snel naar de top te stijgen. In Nederland is ‘Mambo No. 5’ overigens pas de derde hit met ‘mambo’ in de titel, na Houseband met ‘The Mambo’ in 1978 en ‘Hey Mambo’ van Kid Creole & The Coconuts met Barry Manilow in 1988.

Hitlijstmijlpaal

In de vierde week stijgt ‘Mambo No. 5’ van 15 naar 5. De week van 10 juli 1999 is een memorabele in hitlijstland: in die week worden de voorheen met elkaar concurrerende hitlijsten de Mega Top 100 en de Top 40 namelijk samengevoegd in één overkoepelend hitlijstmagazine, Charts genoemd. Naast de Mega Top 100 en de Top 40 wordt onder andere ook de Album Top 100 gepubliceerd. Tot het verdwijnen van het fysieke exemplaar eind 2002 zou deze samenwerking in bladvorm in stand blijven. Daar waar in de eerste editie van het gloednieuwe blad nog keurig in beide hitlijsten ‘Sometimes’ van Britney Spears op 1 staat, zijn de charts een week later verdeeld. In de Mega Top 100 stijgt ‘Mambo No. 5’ naar 1, in de Top 40 pakt ‘If You Had My Love’ van Jennifer Lopez de koppositie. Een week later staat Lou Bega ook in de Top 40 op 1.
In de Mega Top 100 blijft het lied uiteindelijk 7 weken bovenaan staan. ‘Mambo No. 5’ wordt genoeg verkocht om uiteindelijk de nummer 1 van het jaar te worden. Lou Bega weet in heel Europa een nummer 1-hit te scoren, inclusief in de ‘belangrijke charts’ van Engeland en thuisland Duitsland. In Frankrijk is het succes helemaal extreem: daar staat ‘Mambo No. 5’ liefst twintig weken op 1. Zoals verwacht eindigt ‘Mambo No. 5’ in de Europese chart van MTV op 1 in het jaaroverzicht. In Amerika, waar Lou Bega de oorspronkelijke versie van zijn hit ontdekte, komt het nummer tot de derde plek van de Billboard Hot 100.
‘Mambo No. 5’ leent zich prima voor tal van parodieën. Zo behaalt Ome Henk – in die tijd toch al een fenomeen op het gebied van parodiehits – een top tien-notering met Mambo nr. 6 (!). En in Engeland scoort kindertelevisieheld Bob the Builder (bij ons beter bekend als Bob de Bouwer) in 2001 een hilarische nummer 1-hit met zijn interpretatie van ‘Mambo No. 5’.

Na het succes

Hoe het met Lou Bega zelf afliep hebben we al verraden: hij verdween in Nederland weer net zo snel van de hitradar als dat hij er gekomen was. Eind 1999 boekt hij met nasleephit ‘I Got A Girl’ nog een klein succesje (piekpositie #31), maar sindsdien hebben we hem in de Mega Top 50 niet meer teruggezien. Ook in andere landen liep zijn succes snel terug. Deze zomer bracht Lou zijn vijfde album uit, A little bit of 80’s getiteld. Daarop staan, hou je vast, coverversies van onder andere ‘I’m So Excited’ van The Pointer Sisters en ‘Vamos A La Playa’ van Righeira. Ondanks dat Lou Bega weet hoe het is een zomerhit te maken, heeft zijn nieuwste werk niet geheel verrassend Nederland niet weten te bereiken…

Hitfeiten ‘Mambo No. 5’

Datum van binnenkomst: 19 juni 1999
Hoogste positie: 1
Aantal weken: 29
Positie jaarlijst 1999:

Mega Top 100: de grootste hits in de zomer van 1999

Deze lijst is samengesteld op basis van de in de Mega Top 100 behaalde punten in de ‘zomerlijsten’ van juni, juli en augustus 1999.
1. Britney Spears – ‘Sometimes’
2. Shania Twain – ‘That Don't Impress Me Much’
3. Vengaboys – ‘We're Going To Ibiza’
4. Wamdue Project – ‘King Of My Castle’
5. Toy-Box – ‘Best Friend’
6. Lou Bega – 'Mambo No. 5 (A Little Bit Of…)'
7. Will Smith – ‘Wild Wild West’
8. A*Teens – ‘Mamma Mia’
9. Jennifer Lopez – ‘If You Had My Love’
10. Backstreet Boys – ‘I Want It That Way’
11. City To City – ‘The Road Ahead (Miles Of The Unknown)’
12. Whitney Houston – ‘My Love Is Your Love’
13. Gordon & Re-Play – ‘Never Nooit Meer’
14. Beenie Man & Chevelle Franklin – ‘Dancehall Queen’
15. Madonna – ‘Beautiful Stranger’
16. Goo Goo Dolls – ‘Iris’
17. Ricky Martin – ‘Livin' La Vida Loca’
18. Cartoons – ‘Witch Doctor’
19. Poco Loco Gang – ‘Let's Go To The Party’
20. Ann Lee – ‘2 Times’
Finbar van der Veen
chartambassadeur Mega Top 50
Ster advertentie
Ster advertentie