'Huh?! Doe jij mbo? Maar je kan toch veel beter!'

In de nieuwe aflevering van het Human-programma De publieke tribune staan de kansen van mbo-studenten centraal. “Leerlingen van het mbo zijn de spil waar de economie om draait. Verplegers, koks, elektriciens, kappers… We kunnen niet zonder ze,” zo begint presentator Coen Verbraak de uitzending. Toch merkt hij dat hij zelf ook hoopt dat zijn zoon van twaalf niet naar het mbo gaat, omdat het ‘maar mbo’ is. “Of is dat beeld totaal verkeerd?”

'Je kan toch veel beter?'

De 18-jarige Chaimae Fadis vraagt zich af of ze zich als mbo-studente moet schamen voor haar opleiding. Ze krijgt vaak opmerkingen als: "Huh, doe jij mbo?! Maar je kan toch veel beter?” Ze merkt dat er op mbo-studenten wordt neergekeken, omdat ze iets praktisch doen. In een KNOW SHIT-aflevering zoekt ze uit waar die vooroordelen vandaan komen.

Volgens Chaimae hebben veel mensen vooroordelen over vmbo-ers en mbo-ers. "Ik deed een keer een presentatie voor een zaal schooldirecteuren en een man stond op en vroeg: 'Voel jij je niet minder omdat je vmbo doet?'” Ze schrok enorm van zijn vraag, maar verzamelde al haar moed en antwoordde: “Ik denk dat ik heel trots mag zijn op het feit dat ik hier sta en u iets sta te leren.”

Lees ook ons interview met Chaimae: “Alsof vmbo’ers geen kwaliteiten hebben!”

'Praktijkervaring is goud waard'

In de video brengt Chaimae samen met KNOW SHIT-presentator Rens Polman onder andere een bezoek aan Desiree Hernandez, de landelijke mbo-ambassadrice. “Hoe komen mensen erbij dat, als je een praktisch gerichte studie doet, je gelijk dom of minder slim bent?” Zelf koos ze heel bewust voor het mbo, wat volgens haar staat voor Mega Belangrijk Onderwijs. “Het maakt niet uit wat voor je carrière hebt, die praktijkervaring op het mbo is goud waard. Uiteindelijk werk je niet alleen met een boek of theorie, maar met je handen en je hoofd.”

Leerlingen en deelnemers

Dat mbo’ers nog steeds als minderwaardig worden gezien, blijkt uit het feit dat zij nu nog leerlingen of deelnemers genoemd worden. De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) stak daar een stokje voor. Vanaf schooljaar '20-'21 worden ook zij in de wet studenten genoemd. In de samenleving is er ook steeds meer erkenning voor mbo-studenten, ziet minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “Zonder al deze studenten zijn we nergens.” Ze maakt zich in de uitzending van De publieke tribune hard voor een gelijke behandeling tussen studenten. Zo krijgen mbo-studenten bijvoorbeeld nog niet dezelfde stagevergoeding als hbo-studenten, terwijl het enkel om een onkostenvergoeding gaat. “De overheid moet dit gelijktrekken.”

Lees ook ons interview met de JOB: Vooral voor mbo-studenten is het lastig kiezen

Kansengelijkheid

“Wat we nog steeds zien is dat jongeren vanwege hun afkomst vaak een lager advies krijgen, omdat docenten mindere verwachtingen hebben,” vervolgt Ingrid van Engelshoven. De minister belooft in de uitzending van De Publieke Tribune dat ze dit wil doorbreken. “Er moet nog veel gebeuren. Dat lossen we niet vandaag of morgen op. We weten dat we daar nog stappen moeten zetten.”

De overstap van mbo naar hbo is niet makkelijk, maar het wordt wel van mbo'ers verwacht. Dat moet volgens Ingrid van Engelshoven beter. Ook Chaimae herkent zich hierin, als mensen aan haar vragen of ze wel gaat doorstuderen. Ze zien het mbo als opstapje naar iets hogers. “Hoger is is niet altijd beter voor ieder kind,” beargumenteert minister Ingrid van Engelshoven. “De kunst is dat ieder kind op de juiste plek terecht komt. Daar gaat het echt om kansengelijkheid. We moeten dus ook erkennen dat het beroepsonderwijs voor veel jongeren een ontzettend goede opleiding is, waar ze heel erg op hun plek zijn.”

Beloftes

Minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belooft in de uitzending van De publieke tribune zich hard te maken voor erkenning en gelijke behandeling van mbo-studenten ten op zichten van hogeropgeleiden. Jongeren moeten vanwege hun afkomst geen lager niveau toegewezen krijgen. Ook wil de minister de stagevergoedingen gelijktrekken. “Er moet nog heel veel aan gebeuren. Dat lossen we niet van vandaag op morgen op. We weten dat we daar nog stappen moeten zetten.” Werk aan de winkel, dus. Wij houden je in de gaten, minister! ?