Laurens (23) werkte zich de pleuris en ging er aan onderdoor
- Nieuws
- Laurens (23) werkte zich de pleuris en ging er aan onderdoor
Laurens zit in zijn laatste jaar op de HKU, waar hij druk is met zijn afstudeerfilm Feniks, dat een deels autobiografisch verhaal is over een student die een burn-out krijgt en noodgedwongen moet bijkomen bij zijn ouders in Limburg. Voor Tussenuur opent hij zijn hart en hoofd over de alsmaar toenemende prestatiedruk onder jongeren.
"Mijn verhaal is niet uniek en allesbehalve waar ik trots op ben. Toch vond ik het na twee jaar tijd om het te delen. Niet omdat ik medeleven wil, maar omdat ik het gesprek wil openen. Het is namelijk best opmerkelijk dat bijna iedereen van mijn generatie zichzelf de pleuris werkt.
Over veel dingen in mijn leven ben ik best een open boek. Maar juist dit stukje heb ik vrij lang voor mezelf gehouden. Deels denk ik dat dit voortkomt uit een soort angst voor de consequenties als mensen dit van mij zouden weten. Aan de andere kant is mijn streven juist dat we hier een open dialoog over kunnen gaan voeren. Daarom heb ik besloten om mijn verhaal te doen.
Ik hoop dat iemand die net vijf afspraken op een dag heeft gehad en nog even om half elf ‘s avonds de finishing touch aan zijn of haar scriptie wil toevoegen dit artikel toevallig tegenkomt. Ik hoop dat je wakker geschud wordt en niet zoals ik, te laat, erachter komt wat écht belangrijk is.
(bron: ANP)
Cijfers als bevestiging
Op de middelbare school werd ik gepest. Ik had op school ook niet veel dat me houvast bood. Vrienden waren ver te zoeken, dus stak ik mijn energie in het halen van goede cijfers. Dat was tenminste iets waar ik van op aan kon. Daar kon ik iets wezenlijks aan veranderen. Terwijl leeftijdsgenoten van me zich zorgen maakten om hun outfit voor carnaval - ik kom uit Limburg moet je weten - maakte ik me druk om het volgende natuurkundeproefwerk.
Tijdens mijn eindexamens had ik soms nachten dat ik niet kon slapen van de stress. Eerlijk gezegd was die periode voor mij een grote hel. De twijfels, de angst; ik wilde niet nóg een jaar doorgaan met vakken die me niet interesseerden. Ik wilde gewoon verder. Ergens was ik ook zo bang dat al het werk voor niets zou zijn. Gelukkig bleek dat niet het geval, want ik slaagde in één keer. Terwijl ik er zelf heilig overtuigd was dat ik gezakt was. Zó onzeker was ik dus over wat ik zelf kon.
Het leven kan beginnen
Ik was zo blij toen ik mijn diploma had. Ik dacht oprecht: Nu ben ik klaar, nu kan het echte leven beginnen. Nu kan ik doen wat ík leuk vind. Dat deed ik dus ook. Ik verhuisde naar de Randstad en ging studeren voor filmmaker.
Maar ik merkte op de academie dat mijn zoektocht naar perfectie me bleef achtervolgen. Een klasgenote zei me op een bepaald moment: 'Ik zou nooit zo veel kunnen doen als jij doet.' Ik lachte om haar opmerking. Ik vond zelf namelijk dat ik nog niet genoeg deed. Ik had gekozen voor een onzeker beroep en daar werd ik me steeds bewuster van. Om een beetje bestaan op te bouwen vond ik dat ik mega goed moest zijn. Wat begon als een studie die ik koos vanuit passie en liefde voor verhalen vertellen, sloeg om in een obsessie voor het beste resultaat.
Linked-in or Linked-out?
Ik merkte onder mijn generatiegenoten dat ik niet de enige was. Ook bij mijn studie leek iedereen de hele tijd ‘druk’. Ik merkte ik dat er iets veranderd was sinds de middelbare school. De grote boze mensenwereld drong zich aan me op. Voor het eerst kon ik toetsen niet net zo vaak over kon doen als ik zelf wilde. Als ik nu een sollicitatie of een toelating verpestte, was dat definitief.
Daarnaast was natuurlijk het leenstelsel net ingevoerd. Financieel zorgde dit ook voor de nodige stress. Geen enkele keuze die ik maakte, voelde nog vrijblijvend. Ik moest een sociaal leven handhaven, mijn studie en óók nog financieel het hoofd boven water houden. Ik werd er gigantisch zenuwachtig van.
(Bron: Pexels)
Verdubbelde druk
“We zijn vrij om te doen met ons leven wat we willen, maar zijn daarmee ook honderd procent verantwoordelijk voor ons eigen succes,” schrijft Aik Kramer in het Millenial Manifest.
De druk die al in mezelf zat, werd verdubbeld door de samenleving van nu: een wereld die toch wel voor een groot deel leunt op je Linkedin-profiel en al je mijlpalen op carrière-gebied. Het is toch lastiger om in deze economie je hoofd boven water te houden als je zelf niet je beste vriend bent. En dat was ik niet.
Jankend aan de telefoon
Het was na de zomervakantie. Ik had niet genoeg rust genomen en mijn vrije dagen volgepropt met allerlei klussen. Ik had een belangrijke taak gekregen binnen een groepsproject. We hadden net onze eerste meeting gehad. Ik pakte mijn spullen in, ging naar huis en belde mijn moeder. Binnen een halve minuut was ik aan het janken aan de telefoon.
Ik kon niet meer stoppen met huilen vanaf dat punt. Normaal moest er een een huisdier overlijden om mij zover te krijgen, maar nu kon de geringste scheet mijn ogen al waterig maken. Toen kreeg ik pas door dat er iets goed fout zat. Ik had al de nodige waarschuwingen genegeerd.
Ik was vergeten om voor mezelf te zorgen, om rust te nemen en een beetje lief voor mezelf te zijn. Ik wilde de beste regisseur aller tijden worden, maar ik vergat wel dat ik voor die vrij ambitieuze doelstelling op zijn minst een heldere geest moest hebben.
(Bron: Pexels)
Tijd werd een marteling
Toen ik eenmaal geconcludeerd had dat ik van binnen een beetje in brand stond, kwam ik in een gekke staat van zijn terecht. Ik had afleiding nodig en moest de hele tijd met andere mensen praten om niet door mijn eigen negatieve gedachtes geteisterd te worden. Ik vond namelijk dat ik gefaald had en leefde op de overtuiging dat het nooit meer goed zou komen. Mijn toekomst was voorbij; ik had het niet waargemaakt.
Tijd werd een soort marteling. Normaal hield ik altijd een gevecht tegen de klok om alles af te krijgen, maar nu voelde iedere minuut als een dag. Omdat ik niks meer voor elkaar kon krijgen, staarde ik vaak doelloos naar de klok of naar buiten. Iedere avond was ik opgelucht als ik weer een dag overleefd had. Ik stopte tijdelijk met school.
(Het bejaardentehuis)
Vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis
Na het pauzeren van mijn studie was ik veel bij mijn ouders. Op een bepaald moment begon ik me te vervelen. Ik had iets nodig van afleiding, voornamelijk van mijn eigen negativiteit die in mijn hoofd nog steeds heel sterk aanwezig was. Ik besloot vrijwilligerswerk te gaan doen bij een bejaardentehuis. Ik voelde me ergens nog steeds mislukt. Drie jaar na mijn diploma-uitreiking stond ik tomatensoep op te scheppen tijdens de kerstviering.
Toch genoot ik ook van het bezig zijn en het gevoel om een keer iets voor een ander te betekenen. Ik praatte met mensen die de oorlog overleefd hadden. Ik hoorde hun levensverhalen en wat er allemaal op hun pad was gekomen. Ze hadden het over hun kinderen, over hun eerste liefde en over de plekken waar ze gewoond hadden. Ze hadden het over het leven zélf.
(Bron: Pexels)
Zwetend naar de badkamer
Het begon te dagen hoe weinig ik had geleefd de afgelopen jaren, vooral vanaf het moment dat ik ging studeren. Ik was voornamelijk bezig geweest om één aspect van mijn leven veilig te stellen: mijn carrière. Maar ik had niet door hoe erg ik die andere aspecten, vrienden, daten, het leven op zichzelf vieren, had laten ondersneeuwen.
Ik voelde me langzaam beter worden gedurende die weken bij mijn ouders. Toch moest ik waakzaam blijven. Een keer tijdens het serveren van alle maaltijden voor de ouderen raakte ik de kluts compleet kwijt. Ik vergat voor wie welk gerecht was en serveerde alles door elkaar. Het zweet brak me uit en ik rende naar de badkamer. Ik kon mezelf net overeind houden.
Dingen anders doen
Na een tijdje kon ik weer op mezelf zijn. Die eerste tijd op mijn studentenkamer deed ik de simpelste dingen. Ik ruimde mijn kamer op, deed boodschappen. Kleine handelingen, maar meestal wel genoeg voor een dag. Stapje voor stapje pakte ik mijn leven op. Niet door te luisteren naar mijn angsten en onzekerheden, maar puur door vooruit te kijken. Ik kon mijn fouten van vroeger niet veranderen. Ik kon alleen proberen vanaf nu dingen anders te doen.
Ik ging leven. Ik wilde dat ik een goed verhaal had als ik zelf in een tehuis zou belandden. Ik hoopte dat ik de vrijwilliger die dan tegenover me zou zitten anekdotes zou kunnen vertellen die haar/hem zouden laten inzien wat écht van belang is.
En nu?
Ben ik dan nu een stress-vrije boeddha geworden? Nee, ik ben nog steeds zoekende en ik loop ook nu nog wel eens tegen de lamp. Maar ik besef me dat juist de kleine stappen het voor mij mogelijk maken om écht opnieuw te beginnen. Mijn afstudeerfilm gaat zelfs over dit onderwerp. In de film gaat een overspannen modestudent terug naar zijn ouderlijk huis in Limburg om tot rust te komen. Deze ervaring was voor mij zo wezenlijk en heeft ontzettend veel veranderd. Ik moest er wel iets mee.
Voor onze film gebruiken we de hashtag #webeburnin. Dit is, behalve een liedje van Sean-Paul, ook vanuit ons een duiding dat ik lang niet de enige ben die last heeft gehad van prestatiedruk. Want hoe individueel mijn situatie ook is, bijna iedereen kent het gevoel van jezelf op bepaalde momenten voorbij lopen. Ik heb geleerd om alles te doen vanuit een gezonde portie zelfliefde. Want dat is misschien wel de enige bevestiging die ik écht nodig heb."
Dit artikel is geschreven door de dappere Laurens Zautsen, naar aanleiding van zijn afstudeerfilm Feniks, een film waarin het hoofdpersonage worstelt met prestatiedruk. Je kunt hem en zijn crew supporten in het vertellen van dit verhaal, want voor niets gaat de zon op. Denk aan kosten voor kostuums, decor en camera. Check hun crowdfundingpagina.